Gorinchem

Meekoppelkansen dijkversterking

Gorinchem
Maura Niessen

Het is niemand in de regio ontgaan: tussen Waardenburg en Gorinchem wordt de dijk versterkt, zodat we ook in de toekomst droge voeten houden. Wat misschien minder mensen weten, is dat er tegelijkertijd veel erfgoed weer zichtbaar wordt gemaakt. Tussen Vuren en Gorinchem gaat het onder meer om een geschutsbatterij en om een ravelijn: een verdedigingswerk dat onderdeel was van de verdediging van onze vestingstad. 

De dijkversterking tussen Waardenburg en Gorinchem is de tweede dijkversterking sinds de bijna-watersnoodramp van 1995. In de Graaf Reinaldalliantie werken Waterschap Rivierenland en een consortium van aannemers samen met de provincies Zuid-Holland en Gelderland en de gemeenten Gorinchem en West-Betuwe. Gezamenlijk maakten zij een plan van aanpak. Op sommige plekken wordt de dijk verhoogd, op andere verlegd. En op weer andere plekken komen er damwanden in de huidige dijk, zodat die beter bestand is tegen hoge waterstanden. Een project dat een aantal jaar in beslag neemt, en dat ingrijpende gevolgen heeft voor het rivierenlandschap.

Werelderfgoed
De werkzaamheden zijn niet alleen maar functioneel. De partners grepen de gelegenheid ook aan om verdwenen erfgoed weer zichtbaar te maken in het landschap. Omgevingsmanager Maura Niessen van de Graaf Reinaldalliantie: ‘Toen we de eerste plannen maakten, waren we ons ervan bewust dat we aan de slag gingen in een cultuurhistorisch belangrijk gebied. De dijk doorkruist de Oude én Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dan heb je het over Unesco Werelderfgoed! We zagen meteen dat de aanpak van de dijk ons mooie kansen bood om ook iets te doen met dat erfgoed.’

Geheugen van het gebied
Dat besef was er ook bij de gemeente Gorinchem, vertelt stedenbouwkundige Christian Alderliesten: ‘Als stedenbouwkundige ben je bezig met de ruimtelijke kwaliteit, maar ook met het geheugen van een gebied. Met de komst van de dijk kregen we ooit een nieuwe entree aan de oostkant van de vesting. De aanleg van die dijk was broodnodig, maar er verdwenen wel allerlei sporen uit het verleden onder de grond van de dijk. Toen de huidige werkzaamheden werden aangekondigd, wisten we meteen dat we ook iets wilden met dat verborgen erfgoed.’

Vier meekoppelkansen
In de plannen werd daarom plaatsgemaakt voor vier zogenoemde meekoppelkansen: plekken waar het erfgoed weer zichtbaar werd gemaakt. Het gaat om een ravelijn – verdedigingseiland – vlak voor de Gorcumse binnenstad, een geschutsbatterij bij de Dalemse sluis, nog een geschutsbatterij tussen Gorinchem en Vuren, en het sluisje ten oosten van Fort Vuren. Naast deze cultuurwerken wordt er als vijfde meekoppelkans bij Gorinchem een stuk extra natuur gecreëerd. De Woelse Waard wordt namelijk een getijdenatuurgebied waar iedereen met de laarzen aan doorheen kan struinen.

Functionele aanpassingen
‘Het mooie is dat we het niet alleen maar doen omdat het mooi is’, vertelt omgevingsmanager Niessen. ‘Het sluisje bij Fort Vuren wordt bijvoorbeeld echt onderdeel van het watersysteem. Bij extreem hoogwater kan hier het rivierwater wegstromen naar de polder. En ook de ravelijn bij Gorinchem heeft weldegelijk een functie. Doordat we hier extra grond aanbrengen tegen de dijk, hoeven we de dijk ter hoogte van de ravelijn niet met een damwand te versterken.

Het verleden beleven
Van de Gorcumse vesting zijn voldoende tekeningen overgeleverd, die precies laten zien hoe de ravelijn er vroeger uitzag. Bij de geschutsbatterijen is dat niet zo eenvoudig, vertelt Niessen. ‘We weten uit oude bronnen waar ze gesitueerd waren, maar we weten niet precies hoe ze eruitzagen. Daarom kiezen we op die plekken voor een mooi uitkijkpunt, met uitleg over de historische functie van die plek. Zo kunnen bezoekers het verleden toch beleven.’

Eén en één is drie
Juist die beleving is de meerwaarde van de meekoppelkansen, vindt stedenbouwkundige Alderliesten. ‘We zitten in een fantastisch gebied, met de vestingdriehoek, langeafstandsfietsroutes en straks een fietsvriendelijke dijk. Mensen kunnen hiervandaan op de fiets stappen, uitrusten bij Fort Vuren, de pont nemen naar Woudrichem en dan terugfietsen naar Gorinchem. Het is geweldig als we langs die route het verhaal van Gorinchem kunnen vertellen aan de hand van wat je ziet. In dat opzicht is de dijkversterking een kwestie van één en één is drie: waterveiligheid, erfgoed, recreatie en natuur gaan hand in hand.’

Teruggeven
Al deze meekoppelkansen zijn er dus op gericht om de beleving van ons rivierenlandschap een extra impuls te geven. Datzelfde geldt voor de herontwikkeling van de Woelse Waard, het gebied buiten de Dalempoort. Hier draait het niet om cultuur- maar natuurbeleving. ‘We vonden het belangrijk dat dit gebied toegankelijk werd gemaakt’, vertelt Alderliesten. ‘Het is een uniek natuurgebied tegen het stadshart van Gorinchem aan. Hier is ruimte voor de rivier als het hoogwater is, ruimte voor de natuur en ruimte voor Gorcumers die de natuur willen beleven.’ Niessen vult aan: ‘We beseffen dat het werk aan de dijk heel ingrijpend is voor omwonenden. Van de werkzaamheden aan de dijk zie je straks niks meer, maar de meekoppelkansen zijn de pareltjes. Het is mooi dat we de bewoners na al dit werk iets kunnen teruggeven.’


Gorcumse favorieten: stad van beelden

De stad Gorinchem staat ook wel bekend als beeldenstad. En dat is niet zonder reden: meer dan 120 beelden in allerlei vormen, maten en stijlen maken in de binnenstad en de buitenwijken onderdeel uit van het straatbeeld en dus van het collectieve geheugen. Piet Augustijn, auteur van het boekje Beelden in Gorinchem (2019) en voorzitter van de Adviescommissie Kunst in de Openbare Ruimte, kiest vier van zijn favorieten uit.

 

Toen De Appel (1974) van Kees Franse aan de Banneweg in de jaren negentig door vandalen was vernield, was de verontwaardiging groot. En toen Geometrie in het landschap (1974), de vijf gelijke volumes van Ryszard Winiarski op de Kriekenmarkt, enkele jaren geleden waren uitgeleend voor een tijdelijke tentoonstelling in Amsterdam, kwamen omwonenden bijna in opstand. En terecht. Want de geometrische vormen bol, cilinder, kegel, kubus en piramide zijn dan wel geen natuurlijke vormen, maar vlijen zich bijna natuurlijk tegen de glooiingen van de Altenawal. Ondanks die tegenstelling van strak en wit tegenover groen en golvend, lijken ze als vanzelfsprekend op die plek te horen. Sterker nog: ze zijn in 1974 tijdens het Symposion speciaal voor die plek gemaakt. Dat zie je en dat voel je.

Een beeld dat ook speciaal is gemaakt voor de plek waar het staat, is Simeon (2004) van Erik Buijs. Simeon was in de historie een pilaarheilige, maar is op de meerpaal Buiten de Waterpoort een gids geworden, een kleine gastheer die bezoekers die met de veerboot komen begroet en ze de weg wijst. Maar hij lijkt ook een gebaar te maken naar de overkant, zo van: hier kun je vertrekken en daar kun je naartoe. Er zit iets tegenstrijdigs in dat gebaar en dat maakt het beeld zo interessant. Ben je welkom of kun je maar beter weggaan omdat de overkant leuker is?

Dat tegenstrijdige zit ook in de Doorlopende vorm (1969) van Yvonne Kracht. Het beeld is wit en blauw en staat in een groenstrook op de hoek van de Hoofdwal en Glacis in Wijdschild. Tegenstrijdig omdat je goed moet kijken hoe die witte en blauwe banen lopen. Wat Escher-achtig, wat ongrijpbaar: is de voorkant nu ineens zijkant of andersom? En als ik nu de andere kant eens bekijk, wat zie ik dan. Je kunt eromheen lopen, tussen de bogen door, maar het blijft een verrassing wat je tegenkomt. Die verrassingen, die tegenstrijdigheden, die onverwachte invalshoeken zetten me aan het denken, maken me blij en zorgen ervoor dat die beelden niet gaan vervelen en ik ze (naast veel andere) reken tot mijn favorieten.

Augustijn

Nog één dan: de Gestructureerde ruimte (1974) van Ad de Keijzer aan de Merwede Buiten de Waterpoort. Ook gemaakt tijdens het Symposion 1974, eigenlijk voor een heel andere plek (namelijk bij het toenmalige gebouw van gemeentewerken aan de Banneweg) en in 1993 bij de bouw van het stadhuis verplaatst naar de huidige locatie. Negen palen bakenen acht kubussen af. Maar dat hoef je niet te weten om het te kunnen waarderen. Bokkenpoten worden de palen wel genoemd. Prima, ze staan in het geheugen gegrift. Zelfs bij hoog water een herkenningsteken, een markering van een periode en een plek.

Als je goed om je heen kijkt, is er veel moois te zien!


‘Goed advies zorgt ervoor dat een auto aanvoelt als een maatpak’

Het is nog knap lastig om een parkeerplek te vinden bij autobedrijf Van Mossel aan de Gorcumse Edisonweg. Rijen glimmende Dacia’s, Renaults en Nissans staan er klaar voor aflevering aan hun trotse nieuwe eigenaren. Een goed teken voor autoliefhebbers, want gelukkig zijn nieuwe auto’s na een ‘droge’ periode weer een stuk beter leverbaar. Drukke tijden dus voor vestigingsdirecteur Brian Kleij.

Hoe mooi ook voor de nieuwe eigenaar, voor een automan in hart en nieren als Kleij is de aflevering het sluitstuk van het advies- en verkooptraject. ‘Het mooiste van een auto verkopen is dat het eigenlijk een maatpak is’, legt hij uit. ‘Wat verwacht je van een auto? Waar ga je hem voor gebruiken? Ik wil eerst de eigenaar leren kennen, om zo het beste advies te kunnen geven.’ Daarbij hoeft hij nooit iemand teleur te stellen, want in zijn showroom staat alles van een goede, complete en betaalbare Dacia tot het elektrische Nissan-vlaggenschip Ariya – nog afgezien van de occasions van alle merken die het bedrijf ook aanbiedt.

Alles in eigen huis
Los van merk, model en uitvoering is er tegenwoordig nogal wat te kiezen bij de aanschaf van een nieuwe of gebruikte auto. Welke brandstof is bijvoorbeeld de beste keus bij het beoogde gebruik? Benzine, elektrisch of toch hybride? En welke manier van aanschaffen past het best? Lease, private lease of gespreide betaling kunnen aantrekkelijke opties zijn. Het mooie bij Van Mossel: echt alles is mogelijk, en het bedrijf heeft vrijwel alles in eigen huis. Kleij: ‘Van Mossel voert in Nederland bijna alle automerken en heeft een eigen afdeling voor zaken als financiering en lease. Er is zelfs een eigen carrosseriebedrijf, dus ook ombouwen en bestickeren doen we zelf.’

MKB
Vanwege dat complete aanbod is Van Mossel ook een sterke partner voor klanten in het MKB. ‘Daar heb ik zelf veel voeling mee’, zegt Kleij. ‘Juist bij MKB’ers is de adviesrol extra belangrijk. Voor veel ondernemers is hun bedrijfswagen onmisbaar in de bedrijfsvoering. Die moet dus precies passen bij hun wensen en eisen. Bovendien kan een ondernemer niet zomaar een dag zonder zitten. Die wil erop kunnen vertrouwen dat het autobedrijf meteen een oplossing heeft. Voor MKB’ers zijn we dus echt mobiliteitspartner voor de lange termijn.’

Activiteit
Een snelle rondgang in showroom en werkplaats laat zien dat het gonst van de activiteit bij Van Mossel Gorinchem. Zoveel werk betekent automatisch dat extra handen altijd welkom zijn. Kleij: ‘Ik denk dat ons bedrijf juist door onze veelzijdigheid een schitterende werkplek is voor iedereen die iets met auto’s heeft. Of dat nou een servicemonteur of een verkoopstagiar is. Onder dit dak gebeurt alles wat de automotive zo mooi maakt. Daarom ga ik ook elke dag met veel plezier aan het werk.’


‘Samen met de ondernemer kijken naar de toekomst’

De accountants en belastingadviseurs van Visser & Visser voorzien ondernemers van de cijfers en informatie waarmee ze hun bedrijf kunnen sturen. Maar bovenal staan ze náást de ondernemer met strategisch en fiscaal advies, als een deskundige vertrouwenspersoon waarop je als ondernemer altijd kunt terugvallen. Daar gaat Visser & Visser heel ver in, vertelt Wils van Dam, vestigingsleider van het kantoor in Gorinchem.

Van Dam is een bekende verschijning binnen het Gorcumse en regionale bedrijfsleven. Sterker nog: hij wist al blind de weg in het onderkomen van Visser & Visser aan de Einsteinstraat toen hij er medio 2021 in dienst trad. In ditzelfde gebouw hield hij immers ook kantoor als Directeur Bedrijven en later als Directeur Commercie bij de Rabobank.

‘Ik heb dertig jaar bij de bank gewerkt’, vertelt hij, ‘en heb zo een groot netwerk in de regio opgebouwd. Toen ik net met de gedachte speelde een nieuwe uitdaging aan te gaan kwam ik in contact met Arpentus, de corporate finance-tak van Visser & Visser. Daar ben ik per 1 juni 2021 begonnen. Vrij snel daarna werd ik gevraagd om vestigingsleider te worden, als opvolger van Marcel Fierens. Ik ben geen accountant of fiscalist, maar dat was voor Visser & Visser ook geen vereiste. Visser & Visser wordt steeds meer een adviesorganisatie; juist mijn netwerk en ervaring zijn daarvoor een meerwaarde.’

 

Alles in huis
‘Visser & Visser is een groeiende organisatie; precies wat ik zocht in mijn nieuwe uitdaging. Het heeft me echt in positieve zin verrast. We hebben zó veel in huis. We kunnen ondernemers van A tot Z adviseren.’ Van Dam noemt een aantal voorbeelden uit het brede servicepalet: ‘Arpentus begeleidt ondernemers onder andere bij de aan- of verkoop van een bedrijf, bij het waarderen van een bedrijf of bij value management. Verder hebben we in Growteq een eigen IT businessunit die ondernemers helpt met IT-oplossingen en de consultancy-tak Sqale, actief op het gebied van organisatieontwikkeling. Ook in verschillende branches hebben we specialistische expertise, zoals agri, zakelijke dienstverlening en zorg. Branchegroep Zorg heeft Gorinchem als standplaats, maar werkt landelijk met een sterk groeiend team.’

Er zijn altijd wel nieuwe ontwikkelingen in de organisatie. ‘Binnen Visser & Visser hebben we onlangs een Financieringsstraat ingericht waarmee we ondernemers kunnen begeleiden bij financieringsvraagstukken. Er werken meer oud-bankiers bij de Visser & Visser groep, dus we kennen de ingangen, ook buiten de grootbanken.’

 

HR en salaris
Visser & Visser is een betrokken accountant en adviseur voor het héle bedrijfsleven: van de zzp’er tot en met het grootbedrijf. Voor die laatste categorie heeft Visser & Visser onder andere een grote auditafdeling in huis. Meer op het mkb gericht is dan weer de HR- en salarisafdeling binnen de organisatie. ‘HR-zaken zijn complex; er zijn veel mkb-bedrijven die behoefte hebben aan hulp. Met deze dienstverlening staan wij echt direct aan de zijde van onze klanten.’

‘Onze klanttevredenheid is erg hoog’, besluit Wils van Dam. ‘We halen alles voor onze klanten uit de kast en staan altijd klaar met proactief advies, zoals recentelijk met het verzorgen van de Tegemoetkoming Energiekosten. Samen met de ondernemer naar de toekomst kijken, dat is waar alles voor ons om draait.’

Landelijk heeft Visser & Visser twaalf vestigingen met ruim 450 mensen in dienst. Circa vijftig collega’s  werken in Gorinchem, in het kantoor dat net als de hele organisatie groeiend is.


Van loodgieter tot kunstenaar

Wie in Gorinchem Zillig zegt, zegt loodgietersbedrijf. Gek is dat niet, want de wortels van dat familiebedrijf liggen al vanaf 1934 in onze stad. Maar wie Frits Zillig zegt, zegt ook kunst. Want zijn werkmaterialen lood en zink inspireerden Frits Zillig senior al vroeg tot kunstzinnige uitingen.

Met leren had Frits niet veel. Daardoor kwam hij al na de tweede klas van de Mulo in het bedrijf. ‘Ik had wat met de ambachtelijkheid en voelde echt passie voor de materialen waar we mee werkten. Tegelijkertijd vond ik het leuk dingetjes te maken van overgebleven materialen. Als we bijvoorbeeld oude boilers sloopten, ging ik aan de slag met het koper van het binnenwerk. Ik maakte er een blokkenmaat van. Volgens mij is het daar allemaal begonnen.’

‘Ik leerde de technische mogelijkheden van zink en lood kennen en wilde daar ook in mijn vrije tijd wel mee aan de slag. Eerst maakte ik nogal wat zinken vogelhuisjes, maar later – zo rond de millenniumwisseling – begon de kunst me meer te trekken. Ik maakte een roos van lood en vond het resultaat zelf wel mooi. Dat familie en vrienden enthousiast waren en zeiden ‘Frits, hier moet je echt meer mee doen’ stimuleerde me natuurlijk.’


Van hobby naar werk
Toen hij vanaf 2012 meer werk maakte van zijn hobby ging het hard. ‘Al gelijk dat jaar werd ik als gastexposant gevraagd voor een expositie in de Grote Kerk. Hoe dat zo kwam weet ik eigenlijk niet meer, maar ik exposeerde er uiteindelijk vijf werken. Het was natuurlijk hartstikke spannend om daar, samen met kunstenaars die met hout en porselein werkten, te staan.’

Sinds zijn pensioen in 2015 zocht hij steeds vaker zijn hobbyzolder boven de garage op. De inspiratie voor zijn werken vond hij vaak in de natuur. ‘Flink wat kleinere werken heb ik geëxposeerd in De Kruitmagazijnen en De Caponnière. Een aantal grote kunstwerken is al een hele tijd te zien in Korenmolen De Hoop. Rob Kreszner beloofde me eens dat ik ooit mag exposeren in het Gorcums Museum. Dat zou natuurlijk heel speciaal zijn.’

 

Werk in opdracht
Normaal gesproken borrelen ideeën voor kunstwerken gewoon in hem op, maar soms werkt hij in opdracht. ‘Een paar jaar terug kreeg ik bijvoorbeeld de vraag of ik voor een scheidend cardioloog een loden hart kon maken, met als voorbeeld zo’n kunststof hartmodel vanuit de polikliniek. Later vroeg de eigenaar van Stoute Karel of ik het logo van het restaurant uit lood kon vervaardigen. Het waren twee uitdagende vragen, maar daar ben ik wel van. Ik heb er met veel plezier aan gewerkt.’

Als je op internet op lood en kunst zoekt kom je eigenlijk alleen maar glas-in-lood tegen. Wat ik doe is dus behoorlijk uniek. Dus is het leuk om mensen te laten zien dat je van lood en zink ook mooie kunst kunt maken. Daarom sta ik dit jaar met mijn kunst op de Open Havendag. Iedereen kan dan heel laagdrempelig kennismaken met deze vorm. Ik hoop daar veel stadsgenoten te zien.’